Bert Vos & Danny Nelemans: Van bestrijdingskosten naar preventieve maatregelen

07-10-2024
0 reacties

Thema: Meten = Weten tekst: Marianne Lamers

Hoe ze het Dashboard Geldstromen Energieke Wijken in Rotterdam gebruiken

Programmamanager Bert Vos en stedenbouwkundige Danny Nelemans van de gemeente Rotterdam zijn enthousiaste ambassadeurs van het dashboard Geldstromen Energieke Wijken. Het dashboard is niet het enige instrument dat in de gemeente wordt gebruikt om inzicht te krijgen in data om de energietransitie in kwetsbare wijken te versterken en te verbinden aan andere opgaven. Toch wordt het niet gezien als concurrent, maar als waardevolle aanvulling: “De instrumenten zijn complementair aan elkaar.”

Bert, jij was een van de kartrekkers bij de ontwikkeling van dit dashboard. Waarom was dit dashboard nodig?

Bert: “Het idee was dat dit dashboard het startpunt moest zijn van een gesprek met elkaar over hoe het beter kan in de wijk. Hoe de energietransitie ook een middel kan zijn om de wijk te versterken, om extra betekenis te hebben voor de bewoners. Het moest een hulpmiddel worden om mensen buiten de hokjes te laten denken. Ik zag ontzettend veel geldstromen door de wijken heengaan en wilde weten hoe je die nou beter met elkaar kon verbinden. Geld vanuit het fysieke domein, het sociale domein, van gemeenten, het Rijk of andere partijen zoals verzekeraars: waar kun je verbanden leggen, waar zit nou die samenwerking? Hoe kun je met de aanleg van een warmtenet of het isoleren van woningen bijdragen aan het bestrijden van armoede en het verbeteren van gezondheid? Dat gesprek kun en moet je vanuit de inhoud voeren. Kom je op verrassende ideeën als je kijkt vanuit geldstromen?

Het dashboard moet niet een doel op zich worden heb ik altijd gezegd, maar een manier om inzicht te krijgen in verschillende geldstromen in de wijk. Om slimme koppelingen te maken tussen sociale en fysieke opgaven en data te benutten voor het versterken van de energietransitie in kwetsbare wijken. Een voorbeeld: als je in het dashboard ziet dat er aan ziekenkostenverzekeringen zo’n 5000 euro per gezin per jaar wordt uitgegeven en je ziet dat Stadsbeheer enkele tientjes per woning uitgeeft aan onderhoud van het groen. En als je nou weet dat groen goed is voor de gezondheid, kunnen we dan niet kijken of we meer kunnen investeren in groen en daarmee ook preventief iets aan gezondheid kunnen doen? Een procentje minder bij de één kan tientallen procenten meer opleveren bij de ander.”

Wat bedoel je met ‘het moet niet een doel op zich worden’?

Bert: “Dat je dingen niet met heel veel cijfers achter de komma moet gaan uitrekenen, of in plaats van met tien indicatoren, met 85 indicatoren gaat werken. Daar heeft niemand buiten in die wijken wat aan. Het kan in mijn ogen ook beginnen met de juiste bezieling, met een goed idee, en dan gewoon doen.”

Het dashboard is niet het enige instrument dat in de gemeente wordt gebruikt om inzicht te krijgen in data. Waren er ook collega’s die twijfelden aan de meerwaarde van ‘nog’ een instrument?

Bert: “In Rotterdam is inderdaad al heel veel informatie beschikbaar: wijkprofielen, ArcGis, kaartmateriaal en andere producten die informatie geven over de wijk zoals de ‘Wijkatlas’, een pilot voor een instrument dat helpt om stedelijk beleid te vertalen naar de opgaven op de schaal van de wijk. Het dashboard moet in Rotterdam dus concurreren met andere stedelijke producten, maar we zien ook iedere keer weer dat het elkaar hartstikke goed aanvult. Er zit een stukje overlap in, maar het verrijkt wel degelijk. We zijn nu aan het kijken hoe we die verschillende apps en dashboards slim aan elkaar kunnen koppelen.”

Danny: “Ik ben betrokken bij het ontwikkelen van de Wijkatlas en heel enthousiast over dit dashboard. Ik ben het met Bert eens dat alle producten die we hebben complementair aan elkaar zijn. Ik kan me goed voorstellen dat we in de wijkatlas een koppeling maken naar het dashboard en andersom. In mijn ogen zijn het zijn allemaal instrumenten om beter het gesprek te voeren over wat nou de opgaven zijn, en hoe we het voor de Rotterdammer beter kunnen maken. Bovendien denk ik dat het de bewoners zelf ook meer inzicht kan geven in wat er speelt in hun wijk. Ik denk dat je bij dit dashboard de vraag moet stellen onderliggende keuzes er in een wijk gemaakt worden. Ik zie bijvoorbeeld dat veel van de geldstromen in dit dashboard bestrijdingskosten zijn terwijl je eigenlijk toe zou willen naar preventieve investeringen. Sommige vormen van gezondheidszorg en energiekosten zijn vaak bestrijding van een probleem dat is ontstaan, omdat het aan de voorkant niet goed genoeg geregeld is.”

Op wat voor manier heb je het dashboard kunnen gebruiken in je werk?

Danny: "Een mooi voorbeeld vind ik de casus van de vernieuwing van een sportcomplex in de Rotterdamse wijk het Lage Land. De gemeente heeft daar plannen om daar een ‘sportcomplex van de toekomst’ van te maken om bewoners nog intensiever gebruik te laten maken van het complex. Vanuit een traditionele beheersopvatting werd er al snel gedacht aan een hek en toegangsgeld. Het dashboard gaf me andere ideeën over de financiering ervan. 

In het dashboard zag ik dat er jaarlijks 6 miljard euro in Nederland wordt uitgegeven aan obesitasbestrijding, waarvan ook een aanzienlijk deel in de desbetreffende wijk. Ik kon in het dashboard ook terugzien dat investeren in laagdrempelig, toegankelijk sporten deze kosten kan verminderen: meer sportende mensen leidt tot een betere gezondheid, maar ook tot minder ziekteverzuim, meer geluk, etc. Ik stelde toen voor om de investering in de vernieuwing van het sportcomplex op een andere manier te bekijken en andere vormen van financiele dekking te zoeken, in plaats van met entreegelden. Met het dashboard kon ik de maatschappelijke voordelen aantonen van de investering. Met het heffen van entree zou je die voordelen mislopen, omdat we nu weten dat ongeorganiseerd sporten cruciaal is voor de gezondheid en sociale verbinding in een buurt. 

Bovendien zou je je businesscase ook op een andere manier kunnen dichten: juist dat ongeorganiseerd sporten biedt mensen de kans om verschillende sporten te ontdekken en hen uit te nodigen om eens bij een sportvereniging te gaan kijken. Laat mensen daar hun geld aan uitgeven, in plaats van aan ziektekosten. Toen ik dit verhaal onderbouwde met cijfers uit het dashboard, werd iedereen in het planteam uitgenodigd om wat minder traditioneel te denken en op een andere manier naar het combineren van geldstromen te kijken."

Bert: “We zien dat bepaalde doelgroepen in kwetsbare wijken nog heel weinig gebruik maken van sportverenigingen, ondanks de investeringen die vanuit maatschappelijke ontwikkeling worden gedaan in abonnementen van sportverenigingen. Deze doelgroepen zijn veel meer informeel aan het sporten op pleintjes in de stad. Dus het geld dat wordt geïnvesteerd in abonnementen, bedoeld voor de meest kwetsbare Rotterdammers, dat bereikt hun niet. Als je dat geld investeert in die pleintjes en die pleintjes beter maakt, dan bereik je die doelgroep wel. Dus het is net even anders nadenken.”

Wat is in dit voorbeeld de meerwaarde van het dashboard?

Danny: “In dit dashboard zitten alle data van fysiek én sociaal bij elkaar. Je ziet heel duidelijk wat er aan zorg wordt uitgegeven, wat aan sport en wat aan welzijn.

En dan kan je jezelf de vraag stellen: werken die budgetten samen, zetten we het geld optimaal in? Kunnen we dat anders organiseren? Wat is de onderlinge samenhang en hoe kunnen we dat positief beïnvloeden?”

Bert: “We hadden in het verleden ongeveer tien deelgemeenten, en zo’n zeventig stadswijken. We weten dat een aantal dingen ontzettend scheef verdeeld zijn over de stad: oude stadswijken waar heel weinig groen is en waar heel weinig aan groenbeheer wordt gedaan, en een wijk als Kralingen waar juist wel heel veel groen en is ongetwijfeld heel veel aan groenbeheer gebeurt. Het dashboard maakt dit soort gegevens inzichtelijk, die getallen helpen dan. Neem een kwetsbare wijk als Tarwewijk, een oude stadswijk ten zuiden van de Maashaven: hoeveel geven we daar uit aan obesitas of aan gezondheidskosten? En hoeveel doen we daar aan sport? Hoeveel mensen met een bijstandsuitkering wonen er? En hoe kunnen we dat nou bij elkaar brengen en beter maken voor de bewoners?”

Is het meten van data genoeg?

Bert: “Nee, dit dashboard is slechts het begin van het gesprek over hoe het beter kan. Een voorbeeld: die energietoeslag die er kwam toen de energierijzen ineens enorm stegen. Die hebben kwetsbare huishoudens even de winter doorgeholpen, en misschien nog wel een tweede winter, maar ze zijn er niet mee uit de armoede kunnen komen en de toeslag levert ook geen bijdrage aan de verduurzaming van de woningen. Gelukkig is daardoor het denken in structurele oplossingen wel op gang gekomen, maar we zijn in mijn ogen nog te vaak pleisters aan het plakken. Ik wil graag gesprekken over hoe we nu door naar geldstromen te kijken naar preventieve maatregelen kunnen komen.”

Danny: “Ik zie dat het wijkgericht werken heel erg helpt: door consequent, vroegtijdig en met open vizier de opgaves in de wijk met elkaar te bespreken, kom je veel verder. Daar leent een wijkatlas of dit dashboard zich perfect voor. Voorheen bekeken we het in veel gevallen alleen per project, maar in één project kan je maar een fractie van de werkelijke opgaven oplossen, daarvoor zijn de opgaves te groot. Door wijkgericht te werken, kan je nu zeggen dat we een deel bijdragen aan de klimaatopgave, een deel aan de mobiliteitstransitie en een deel aan de opgave die we hebben voor biodiversiteit. Hier zijn zowel de afdelingen van stadsontwikkeling als van maatschappelijke ontwikkeling bij betrokken: in Rotterdam ligt nu de prioriteit bij het verbinden van gemeentelijke budgetten. We moeten scherpe keuzes maken, want we weten dat niet alles tegelijkertijd kan. Maar we kunnen het met elkaar wel iets slimmer organiseren, andere opgaven meenemen en zo de omgeving voor de Rotterdammer beter maken.”

Hebben jullie nog adviezen voor andere gemeenten die met het dashboard willen gaan werken?

Bert: “Realiseer je dat de warmtetransitie niet alleen een doel op zich is, maar ook een middel om de wijk beter te maken. Hetzelfde geldt voor het dashboard: het kijken naar geldstromen is niet alleen een doel op zich, maar een middel om met elkaar dingen beter te maken. In dat licht ben ik ook nog wel nieuwsgierig naar het gebruik van subsidies om je huis te verduurzamen. Ik heb het idee dat verreweg de meeste subsidies terecht zijn gekomen bij mensen die al een redelijk inkomen hebben en niet bij de meest kwetsbaren. Door dat inzichtelijk te maken, kan je daar wat aan veranderen. En een praktische tip: wil niet alles tegelijk, maar richt je bij het gebruik van het dashboard op drie thema’s waar je als gemeente graag een slag in zou willen maken.”

Danny: “En doe het vanuit een bepaalde visie: wij hebben in Rotterdam de omgevingsvisie die inzet op een gezonde stad. Geef daar handen en voeten aan: wat heb je daarvoor nodig? Dat betekent dat je aan de voorkant een programma moet gaan neerzetten, budgetten bij elkaar in één potje moet schuiven om het uit te gaan voeren. Welke geldstromen breng je bij elkaar?”

Bert: “De gezonde stad gaat mij echt aan het hart. Juist in die openbare sportvoorzieningen kan je laten zien dat de overheid er ook voor de Rotterdammer is.

Je kunt wel weer een nieuw zwembad neerzetten of een mooi sportstadion, maar dat gebruikt lang niet iedereen. Denk bij het investeren in sport en gezondheid dus ook inclusief. Dat doe je door inkomen, sport en gezondheid veel meer met elkaar te verbinden. Want voor wie wil je er nou zijn? Ik kan mij voorstellen dat ook de mensen in kwetsbare wijken dan het gevoel krijgen van: “Hé, die overheid, die is er ook voor ons.”

Afbeeldingen

Cookie-instellingen